Knolvenkel, een smaakmaker
uit het zuiden.
In de natuur bestaat maar een soort venkel: Foeniculum vulgare. De wetenschappelijke naam verwijst naar het Latijnse woord voor hooi en duidt op de fijnheid van de bladeren. Foeniculum vulgare is een tweejarige tot overblijvende plant met stevige wortel en ronde, hoge stengel. De bladeren zijn drie- tot viervoudig geveerd en de blaadjes zijn draadvormig. De kleine, diepgele bloempjes zitten in grote schermen. De vruchten zijn aanvankelijk blauw berijpt en later grijsbruin. Venkel bloeit pas in het tweede jaar van juni-herfst. Alle plantedelen geuren aromatisch. .
Binnen de soort Foeniculum vulgare is een verdere onderverdeling mogelijk.:
- Foeniculum vulgare,
subsp. Piperitum - ezels- of pepervenkel, die vooral op Sicilië wordt aangetroffen. Het zaad heeft een scherpe (bittere) smaak. - Foeniculum vulgare,
subsp. Capillaceum - tuinvenkel. Hiertoe behoren de volgende variëteiten:- vulgare - wilde venkel.
- dulce - zoete of kruidige venkel, die vooral in Frankrijk geteeld wordt voor zaadwinning. Het zaad heeft een zoete, anijsachtige smaak.
- azoricum - dit is de enige variëteit die "bollen" vormt en als groente wordt gegeten. Hierbij maakt men van oorsprong onderscheid tussen: Bolognese venkel met korte, brede, vlezige bladstelen die rauw zoals bleekselderij kunnen worden gegeten en Florentijnse venkel met bladstelen die 10 cm lang en 5 tot 6 cm breed zijn. Deze worden vooral gekookt gegeten. Dat is de venkel van Florence, de finocchio van de Italianen
Venkel ziet eruit als een knol, maar is in werkelijkheid een samengegroeide laag van verdikte bladscheden van de plant. Eigenlijk zouden we dus moeten spreken over 'bolvenkel'. Venkel behoort tot de familie van de schermbloemigen, waartoe heel wat bekende groentesoorten behoren. Kervel, selderie, wortelen, pastinaak, peterselie zijn de bekendste. Dille, het kruid dat eveneens tot deze familie behoort lijkt uiterlijk heel goed op venkel, maar heeft een holle stengel. Bij venkel is de stengel gevuld.
De groente is snel gaar en licht verteerbaar. Venkel is niet alleen warm te bereiden, maar kan je ook rauw eten. Dan echter fijn gesnipperd mengen in salades. Het geeft een anijsachtige smaak. De fijne blaadjes worden als garnering en smaakgever gebruikt. Ook in combinatie met visgerechten wordt venkelgroen veel gebruikt.

Venkel is zo één van die groenten die je beter teelt in zomer en najaar. Alhoewel dit door de opkomst van verbeterde rassen stilletjes aan een minder groot probleem wordt, zal venkel toch nog altijd de neiging hebben om te bloeien als je de teelt vroeg aanvat. Als je vroeg uitzaait, doe dit dan onder glas. Koude opkweektemperaturen stimuleren de bloemvorming.
Vroege teelt : zaaien onder warm glas vanaf begin maart. Daarna verspenen in potjes en na een opkweekperiode van ongeveer vier weken uitplanten op 30 cm x 30 cm. Beter is nog om rechtstreeks in potjes te zaaien. Dan wordt de kans op doorschieten nog kleiner. Oogsten kan dan vanaf juli. Kies voor deze teelt een geschikt, modern ras.
De klassieke herfstteelt wordt ter plaatse gezaaid vanaf juni tot half-juli. Maar eigenlijk is het veel eenvoudiger ook hier te werken met de methode 'zaaien/verspenen/uitplanten' Venkel zaaien op een plantenbed is geen goed idee. het uitplanten van de losse planten veroorzaakt een groeistilstand met bloemvorming tot gevolg. Hier kun je wat ruimere rijen nemen, zodat de afstand uiteindelijk 45 x 25 cm is (het aantal planten (8-9 planten per m²) blijft hetzelfde).
Knolvenkel heeft zo ongeveer tachtig tot honderd dagen nodig vanaf de kieming totdat de bol groot genoeg is om te oogsten
Het teeltschema van knolvenkel vind je hier
Venkel wordt bij voorkeur op een vochthoudende, humeuze zand- of lichte zavelgrond geteeld. Kies ook een zonnige plaats. Zorg voor een bodem met vrij hoge pH (6-7). Vermijd venkel te telen na een andere schermbloemige. Vermijd ook venkel te telen na een sterk bemest gewas.
Het blijkt dat venkel op sommige groenten een negatieve invloed kan hebben. Er wordt in ieder geval afgeraden om venkel dicht bij tomaten, paprika en aardappelen te planten. Ook boontjes zouden een slechtere groei vertonen dichtbij venkel. Sommigen gaan zelfs zo ver venkel uit de groentetuin te weren en eventueel in de kruiden- of siertuin te telen.
Venkel in de siertuin is trouwens nog niet zo'n gek idee. De verfijnde bladvorm en de mooie bloeiwijzen maken venkel een goede plant voor de mixed-border. Venkel in de groentetuin is best te combineren met slasoorten, witloof, radicchio, groenlof, kortom alle planten van de samengesteldbloemigen.
Venkel vraagt een grond met eerder weinig stikstof maar met een ruime kalium en magnesiumvoorziening. Zeker op lichte gronden is kalium heel belangrijk. Zie info hier Net zoals bij wortelen is hier ook verse mest uit den bozen. Bij het ter plaatse zaaien strooien we ook geen kunstmest, dit kan de kiemplantjes doen verbranden. Gebruik liever wat gedroogde organische mest die je goed door de grond mengt. Een goede voorraad bemesting zou kunnen zijn 100 gram per m² onder de vorm van een organische meststof met samenstelling 6-7-8 samen met 50 gram patentkali om toch voldoende kalium ter beschikking te stellen. Wegens de bemestingseisen wordt venkel veelal geteeld op het perceel van de wortelgroenten.
Venkel kan slecht tegen droogte en daarom is regelmatig water geven bij dit gewas erg belangrijk. Verder is regelmatige water geven gedurende de bolvorming gunstig voor bolvorming en productie.
De groei van het gewas en de ontwikkeling van de bollen dient zo gelijkmatig mogelijk te verlopen. Daarom zijn zeer warme zomers ongunstig en koele, niet te natte zomers voordelig voor het gewas.
Verder moet je er rekening mee houden dat konijnen extra aangetrokken worden door de typische smaak van venkel. In gebieden met veel konijnen kan een extra afscherming zijn dienst bewijzen.
Wortelvlieg kan ook venkel aantasten. Gelukkig wordt in dit geval niet het eetbare gedeelte aangetast. In dat opzicht kan de schade dus nog meevallen. Je kan dezelfde maatregelen nemen als bij de wortelteelt. Bij ter plaatse zaaien wordt de aantasting soms wat groter dan bij de vroege teelt met voorgekweekt plantmateriaal. De planten staan immers langer buiten. Kijk op wortelen.htm voor meer info over de wortelvlieg. Uien/sjalotten/prei/bieslook/afrikaantjes zijn planten die de wortelvliegaantasting misschien wat kunnen temperen. Ook is venkel nogal gevoelig voor sclerotinia. Vooral een ter grote stikstofvoorraad in de bodem en een dichte stand bevorderen de ziekte. Op de rottende bol ontstaat witwollig schimmelpluis met daarin zware bolletjes, dit zijn de sclerotiën ( verdroogde schimmeldraden die jarenlang in de grond kunnen overblijven om later plots weer actief te worden.)
Oogst de knolvenkel als ze een tennisbal groot zijn, een goed gewicht schommelt tussen de 200 en 300 gram. Te grote bollen kunnen barsten en worden al snel te vezelig en taai. Vanaf begin november kunnen we de herfstteelt nog wat beschermen tegen de vorst door af te dekken met stro. als het strenger begint te vriezen moeten de knollen geoogst worden. Je kan ze nog enkele weken op een koele plaats bewaren. Eventueel kan je ze, net als andijvie, overplanten in een serre.